Vormen van dienstverband bij sportverenigingen 

1.Vrijwilligersvergoeding of loondienst?

Veel sportclubs vergoeden vrijwilligers voor hun inzet met een vrijwilligersvergoeding. Het is belangrijk om te bepalen of iemand die zich voor jouw club inzet een vrijwilliger is of als werknemer wordt gezien.

Volgens de Belastingdienst is er sprake van een vrijwilliger wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

• De werkzaamheden worden verricht voor een sportvereniging, sportstichting of ANBI en je bent niet in loondienst.
• De werkzaamheden worden niet als beroep uitgeoefend, er is geen persoonsgebonden arbeid. De vrijwilliger is vervangbaar door een willekeurig ander.
• De vergoeding is geen loon, maar een onkostenvergoeding. Er mag geen sprake zijn van een marktconforme vergoeding.
• De vrijwilligersvergoeding is gebonden aan een maximum per maand en per jaar

Maximale Vrijwilligersvergoeding 2025 (info van de belastingdienst)

• Een vrijwilliger van 21 jaar of ouder die een vergoeding per uur ontvangt voor zijn/haar inzet bij de sportclub. In 2025 mag die vergoeding maximaal € 5,60 per uur zijn, tot een maximum van € 210 (in 2024 € 5,50 per uur, tot een maximum van € 210) per maand en tot een maximum van € 2.100 per jaar. Zowel de vergoeding per uur, per maand als per jaar mag niet hoger zijn dan de genoemde bedragen.
• Een vrijwilliger jonger dan 21 jaar die een vergoeding per uur ontvangt voor zijn/haar inzet bij de sportclub. In 2025 mag die vergoeding maximaal € 3,30 per uur zijn, tot een maximum van € 210 (in 2024 € 3,25 per uur, tot een maximum van € 210) per maand en tot een maximum van € 2.100 per jaar. Zowel uw vergoeding per uur, per maand als per jaar mag niet hoger zijn dan de genoemde bedragen.
•  Een vrijwilliger die per uur een vergoeding ontvangt die zo laag is dat deze niet in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk, dus niet een vergoeding per uur. In dit geval mag de vergoeding in 2025 maximaal € 210 per maand en € 2.100 per jaar zijn. Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoeding voor de inzet van de vrijwilliger.

Krijgt de vrijwilliger naast de vergoeding voor de inzet ook een vergoeding voor de gemaakte onkosten? Dan worden deze bij de ontvangen vergoeding voor het vrijwilligerswerk opgeteld.

Werkt de vrijwilliger bij verschillende organisaties als vrijwilliger? En krijgt de vrijwilliger per organisatie niet meer dan de maximumvergoeding, maar alles bij elkaar opgeteld wel? Dan moet de vrijwilliger zelf, de vergoedingen opgeven in de aangifte inkomstenbelasting. De vergoeding is dan belast met inkomstenbelasting.

Betaalt jullie sportclub een vrijwilliger méér dan deze maximale vergoedingen dan is er sprake van een dienstverband en ben je als club gebonden aan regelgeving voor werkgeverschap èn zal de belastingdienst dit ook als arbeidsrelatie beoordelen waarvoor belasting en premies moeten worden afgedragen. Betaal je als vereniging een vrijwilliger bijvoorbeeld 12,50 euro voor één uur training per week, dan is dit geen vrijwilligersvergoeding, maar is er sprake van een dienstverband, waarvoor belasting en premies moeten worden afgedragen. Het risico is een naheffing van belasting en premies plus boete, die tot maximaal zeven jaar terug kan gaan. Zorg dat je maximaal €210,- per maand betaald voor de uitvoering van een taak en leg de uren niet vast. Het bijhouden van een urenadministratie is niet verplicht. Wil je toch uren afspreken, neem dan in de administratie op dat de vergoeding voor één uur training bestaat uit meerdere uren inzet. Denk aan het voorbereiden van de training, opruimen achteraf, enzovoort.

Vrijwilligers Overeenkomst 

Om ook met vrijwilligers goede afspraken te maken over hun inzet en de wederzijdse verwachtingen, is het voor een aantal functies handig om een vrijwilligersovereenkomst op te stellen. Zie hier voorbeelden. Neem daarin dan gelijk ook afspraken op rondom een Veilig Sportklimaat en het bezitten van een VOG

Bron: de Belastingdienst

2.Wanneer is er sprake van een dienstverband?

Volgens de belastingdienst is er fiscaal sprake van een dienstbetrekking wanneer aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan:

• Er is sprake van een gezagsrelatie tussen werkgever en werknemer.
• De werknemer is verplicht zijn of haar arbeid persoonlijk te verrichten.
• De werkgever is verplicht loon te betalen voor de werkprestatie.

Heeft de vereniging één of meer mensen in loondienst heeft, dan is de vereniging werkgever en moet je voldoen aan wet- en regelgeving zoals ARBO en de Wet werk en zekerheid. Ook verplicht het je dan een loonadministratie bij te houden en loonbelastingen af te dragen.

Het arbeidsrecht is geregeld in het Burgerlijk Wetboek en omvat de colgende wetgeving:

• Wetgeving gelijke behandeling
• Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
• Arbeidstijdenwet
• Arbeidsomstandighedenwet
• Wet verbetering poortwachter (verzuim en re-integratie)
• Wet arbeid en zorg
• Wet arbeidsmarkt in balans (WAB)Uitgangspunten

Naast de juridische en fiscale verplichtingen ben je als werkgever ook gehouden aan de principes van Goed Werkgeverschap:

• Zorgvuldigheidsbeginsel (onderzoek, hoor, evenredig)
• Geen misbruik van positie
• Motiveer ingrijpende beslissingen
• Vertrouwensbeginsel (maak verwachtingen waar)
• Gelijkheidsbeginsel
• Evenredigheidsbeginsel (ook belangen werknemer meewegen)

En heb je als werkgever een Zorg en preventieplicht. Dit houdt in arbobeleid, verzuimbeleid en verzekeringen (schade/aansprakelijkheid, ongevallen) klik hier voor een goed overzicht op de inrichting van arbo-beleid met daarin de risico-inventarisatie& evaluatie (RI&E), arbodienstverlener, BHV,  verzuimbeleid

CAO sportverenigingen

Sportverenigingen zijn niet verplicht om zich aan te sluiten bij een CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst). Echter, als een vereniging ervoor kiest om werknemers in dienst te nemen, kan het voordelig zijn om zich aan te sluiten bij een CAO. Dit biedt duidelijkheid en zekerheid over arbeidsvoorwaarden zoals loon, vakantiedagen en pensioenafdrachten.

Er zijn twee CAO’s in de sportsector: de CAO Sport en de CAO Sportverenigingen. De CAO Sport is van toepassing op werknemers van organisaties die zijn aangesloten bij Werkgevers in de Sport (WOS), terwijl de CAO Sportverenigingen beschikbaar is voor leden van Netwerk in de Sport.

3.Uitbesteden werkgeverschap via Pay-rolling

Het juridisch en fiscaal goed inrichten van werkgeverschap kan een zware belasting zijn voor de sportclub. Ook is niet altijd de juiste kennis en kunde binnen de aanwezig. Het kan dan verstandig zijn om het werkgeverschap uit te besteden. Dat kan via Payrolling

Payroll bedrijven nemen het juridisch werkgeverschap van je medewerkers over van jou als vereniging. Dit bedrijf regelt vervolgens alle administratieve zaken rondom het dienstverband van de medewerker, zoals het salaris, pensioen en eventuele ziekmeldingen. De dagelijkse aansturing van de medewerker(s) op de werkvloer blijft jouw verantwoordelijkheid!!

Hoe werkt payrolling?

1. Vereniging werft de werknemer – De vereniging kiest zelf de werknemer die zij wil aannemen.
2. Payrollbedrijf neemt werknemer in dienst – De werknemer komt op contract bij het payrollbedrijf, niet bij de vereniging waar hij/zij werkt.
3. Vereniging blijft leidinggeven – De vereniging waar de werknemer werkt, blijft verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing en werkzaamheden.
4. Payrollbedrijf regelt administratie – Het payrollbedrijf betaalt het salaris, regelt belastingen, sociale premies en andere personeelszaken.

Sportkader Nederland is een voorbeeld van een payroll organisatie in de sport. Sportkader Nederland neemt dan het formeel werkgeverschap op zich, terwijl de vereniging de werknemer inhoudelijk blijft aansturen.

4.Overeenkomst van opdracht

Een derde vorm, naast een vrijwilligersvergoeding of een dienstverband, is dat de sportclub werkzaamheden laat uitvoeren met een overeenkomst van opdracht (OVO) door een ZZP’er. Een ZZP’er voert een opdracht uit als zelfstandig ondernemer zonder personeel. Er mag dan tussen de opdrachtgever en de ZZP’er geen gezagsrelatie bestaan. Een ZZP’er draagt zelf belasting en premies af aan de Belastingdienst. Om deze constructie goed te regelen, gebruik je een modelovereenkomst die goedgekeurd is door de Belastingdienst.

Controle op schijnzelfstandigheid
Sinds eind 2024 controleert de belastingdienst in de sportbranche op zogenaamd schijnzelfstandigheid.De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) is sinds 2016 van kracht en heeft als doel om schijnzelfstandigheid te voorkomen. De wet regelt de manier waarop opdrachtgevers en zzp’ers samenwerken en vervangt de vroegere Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Als er sprake is van een verkapt dienstverband, kunnen zowel de zzp’er als de opdrachtgever te maken krijgen met naheffingen en boetes (gezamenlijk verantwoordelijk). Een van de grootste veranderingen door de Wet DBA is dat opdrachtgevers medeverantwoordelijk zijn voor de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie. Dit betekent dat als een zzp’er in feite als werknemer wordt gezien, de opdrachtgever loonheffingen moet afdragen. Voor zzp’ers kan dit gevolgen hebben voor hun fiscale voordelen.

Handhaving
Tot 1 januari 2025 gold voor de handhaving rond arbeidsrelaties het handhavingsmoratorium. Sinds 1 januari 2025 geldt het handhavingsmoratorium niet meer. Dat betekent dat de belastingdienst weer de normale regels hanteert.

Tot 1-1-2025
– Geen kwaadwillendheid, dan een aanwijzing en 3 maanden om het aan te passen
– Wel kwaadwillendheid, dan correctieverplichting en naheffingsaanslagen. Boete kon ook.

Vanaf 1-1-2025
– Vastelling schijnzelfstandigheid: Dan kunnen er meteen correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen loonheffingen op worden gelegd. In 2025 nog geen boetes.
– Het kan ook weer met terugwerkende kracht (de naheffing), maar niet verder terug dan 1-1-2025, behalve bij kwaadwillendheid (dan 5 jaar terug).

Overgangsperiode in 2025

Er is een overgangsperiode van een jaar voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Kunt u bewijzen dat u stappen zet tegen schijnzelfstandigheid? Dan krijgt u nog geen boete (let op, geen boete! Dat betekent niet dat er geen naheffingen komen van afdrachten die gedaan hadden moeten worden).

Gevolgen
Als de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, kunnen de gevolgen zijn:

• Arbeidsrechtelijk: nabetalingen van loon, vakantiegeld, loondoorbetaling bij ziekte en toekenning van andere arbeidsvoorwaarden, recht op transitievergoeding. Ook zal een mogelijke cao en pensioenfonds moeten worden toegepast.
• Fiscaal: De opdrachtgever moet de achterstallige loonheffingen alsnog afdragen, vaak over meerdere jaren. Ook kan verrekening plaatsvinden van belastingvoordelen die bij zelfstandig ondernemerschap horen.
• Sociaalzekerheidsrechtelijk: niet afgedragen premies sociale zekerheid, maar ook eventueel in verband met eigen risicodragerschap.
• Pensioen: nabetaling van pensioenpremies

Criteria voor beoordeling
Hoge Raad over Uber-chauffeurs (februari 2025): De Hoge Raad heeft geoordeeld dat bij de beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst geen vaste rangorde bestaat tussen de verschillende factoren. Dit betekent dat alle omstandigheden van het geval moeten worden meegewogen, zonder dat één factor per definitie doorslaggevend is. Deze uitspraak benadrukt het belang van een integrale beoordeling van de arbeidsrelatie.

 Deliveroo Arrest (24-3-2023) geeft criteria:

1. De aard en de duur: gaat het om werkzaamheden die ook door werknemers worden gedaan? Zijn het werkzaamheden die voor langere duur worden gedaan? Specialistische werkzaamheden die de organisatie niet zelf uitvoert, kunnen een indicatie zijn voor zelfstandigheid;
2. Werkzaamheden en werktijden, hoe en door wie worden de werktijden en werkzaamheden vastgesteld? In hoeverre worden bedrijfsprotocollen opgelegd?;
3. Inbedding en bedrijfsvoering, wordt het werk zij aan zij met werknemers verricht? Wordt iemand op dezelfde manier als werknemers in de roostering meegenomen? Als de werkzaamheden van de zelfstandige een integraal onderdeel vormen van de bedrijfsvoering van de opdrachtgever (zoals bezorgen van eten. Dat is wat het bedrijf doet).
4. Persoonlijke arbeid, kan iemand zich vrijelijk laten vervangen?;
5. Totstandkoming contract, zijn het gelijkwaardige partijen die contract overeenkomen? Is er veel onderhandeld of gaat het om een vaststaand contract dat wordt aangeboden door de opdrachtgever?;
6. Bepaling loon en uitbetaling, wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, volgens een vaste uitbetaling? Of wordt een factuur gestuurd? Moet iemand het werk kosteloos herstellen als dit niet voldoende is verricht?;
7. Hoogte beloning, is de beloning aanzienlijk hoger dan voor werknemers?;
8. Commercieel risico, is er een groot commercieel risico? Bijv. bedrijfsinvesteringen en aansprakelijkheid die een ondernemer op zich neemt;
9. Ondernemerschap, is iemand naar buiten toe ondernemer. Eigen website, reputatie als ondernemer. Zijn er meerdere opdrachtgevers (geen must)?

Wat kan je doen?

• Maak een overzicht van de ZZP-ers en controleer taken, verantwoordelijkheden en aard.
• Controleer de contracten. Zorg dat deze overeenkomsten duidelijk de zelfstandige status van de opdrachtnemer vastleggen.
• Check hoe in de praktijk gewerkt wordt. De werkwijze in de praktijk is doorslaggevend bij vaststellen of het gaat om een dienstverband of zelfstandigheid;
• Bij twijfel: gebruik deze webmodule beoordeling arbeidsrelatie
• Op basis van een vragenlijst krijg je een indicatie of er mogelijk sprake is van een dienstverband;
• Pas de situatie waar nodig aan. Als uit de controle blijkt dat er risico’s zijn op schijnzelfstandigheid, onderneem dan tijdig actie. Dit kan betekenen dat je contracten aanpast, de werkwijze verandert of besluit om de samenwerking op een andere manier vorm te geven, zoals via een dienstverband

Meer informatie bij: SportKnowHowXL| Sportwerkgever | NOC*NSF

Er komt heel wat kijken bij goed werkgeverschap. SportUtrecht organiseert kennissessies over dit thema en kan ook individueel doorverwijzen voor ondersteuning. Neem contact op met jouw accounthouder of clubondersteuning@sportutrecht.nl